Hij ziet er nog bijzonder goed uit voor zijn leeftijd. Willem Damen is weliswaar al 88, maar dat zou je niet zeggen. Toch had de vrolijke Utrechter zeventien jaar geleden niet gedacht dat hij zo oud zou worden. ‘Ik was erg ziek. Last van mijn nieren, lever en gal en erg kortademig. De huisarts wist niet wat hij met me aan moest en ook in het ziekenhuis konden ze niks doen. Totdat een neef van me met tarwegrassap en tarwegras tabletten op de proppen kwam. Mijn redding.’
Hoe wonderlijk het ook klinkt, vanaf die dag voelde Damen zich meteen beter. En nadat hij het sap enkele weken dagelijks had ingenomen, kon hij de betstaande medicijnen: pillen en poeders aan de kant gooien. ‘Ik was weer kerngezond en had nergens geen last meer van. Vandaar ook dat ik sinds die tijd, dus al vanaf 1995, mijn eigen tarwegras teelt. Gewoon in de huiskamer. Op de vensterbank. Het is gewoon legaal en de politie is nog niet langs geweest. Haha!
Damen blikt met verwondering terug op de dag dat hij voor het eerst een glaasje tarwegrassap en tarwegras tabletten kreeg aangereikt. ‘Ik vond het maar niks. Het zag er vies uit en ik had er weinig vertrouwen in. Na enig aandringen, heb ik het toch maar opgedronken en ik moet zeggen dat het best lekker was. Zoet. Maar wat nog belangrijker was: na een paar dagen innemen, voelde ik me een stuk beter. Eerst kon ik bij wijze van spreken nog niet naar de brievenbus lopen en nu zat ik binnen twee weken al weer op de fiets.’
Slimmer
Zonder aarzelen, en impulsief als hij is, gooide al zijn medicijnen in de prullenbak en beperkte zich daarna tot twee glazen tarwegrassap per dag. ‘En nooit meer ergens last van gehad. Echt! Het is echt wonderbaarlijk. Al mijn kwalen zijn verdwenen en ook geestelijk voel ik me fit. Mijn geheugen is verbeterd en ik ken al mijn klein- en achterkleinkinderen weer bij naam. Zij zeggen ook iedere keer: ‘Opa is dat met dat groene spul een stuk slimmer geworden!’ En zij kunnen het weten…’
Tarwegras kweken is volgens Damen helemaal niet moeilijk. ‘Ik gebruik duiventarwe , dat ze ook in het eten van kippen doen. Je laat dat een etmaal weken. Dan zaai je het op vochtige potgrond en dekt het af met keukenrol. Vervolgens zet je het donker weg, totdat het is gekiemd. Dan moet het naar een lichte plaats, bijvoorbeeld op de vensterbank. En na pakweg tien dagen kan ik oogsten. Het is zo simpel, maar heeft mijn leven wel veranderd.’