Carnaval is van oorsprong een katholiek feest en wordt gevierd de drie dagen voorafgaand aan Aswoensdag. Niet alleen in Nederland, maar wereldwijd zijn er veel plekken waar rond deze tijd het grote feest los barst. Volgens de traditie zou het carnaval moeten duren tot Vastenavond, hoewel er aan vasten niet of nauwelijks meer wordt gedaan. Daarentegen is de carnavalsperiode een periode om uitbundig feest te vieren. Mensen trekken speciale carnavalskleding aan en er worden vele activiteiten en optochten georganiseerd. Mensen uit het noorden kijken soms vreemd aan tegen de hossende mensen in verkleedkleding en de specifieke carnavalsmuziek.
Carnaval is kleur en sfeer
Toch is het een prachtige en kleurige vertoning. De originaliteit die sommige mensen op hun carnavalskleding toepassen, is werkelijk bijzonder om te zien. In sommige plaatsen wordt de feestkleding aangepast op het thema van de desbetreffende gemeente, op andere plekken kun je vrijelijk kiezen welke carnavalskleding je aantrekt. Vaak wordt er veel werk van gemaakt, het is echt niet alleen de boerenkiel die je ziet. Ook kinderen vinden het prachtig om zich te verkleden in carnavalskleding, hun voorkeur gaat vaak uit naar kostuums van beroemde (film)figuren of dierenkostuums. Op de praalwagens die al van zichzelf prachtig versierd zijn, ziet men vaak verkleedkleding met een bepaald onderwerp, aangepast aan het thema van de wagen.
Lampegat en Oeteldonk in carnavalskleding
Tijdens het carnaval wordt er veel ‘gedweild’: het bezoeken van het ene café na het andere. Niet alleen door de bezoekers van het feest, maar ook door de muzikanten, de zogenaamde ‘dweilorkesten’. De deelnemende steden en dorpen krijgen allemaal tijdens het feest een tijdelijke carnavalsnaam, zoals Eindhoven met zijn ‘Lampegat’ en Den Bosch met het bekende ‘Oeteldonk’. Iedereen is in een feeststemming en hele industrieën liggen plat. Voor de echte feest liefhebber geldt tijdens deze dagen maar één ding: verkleedkleding aantrekken en genieten van een aantal dagen feest.